Fase 1
In fase 1 breekt een bepaalde groep enzymen (P-450 enzymen) de toxinen af. Voor de aanmaak van deze enzymen die betrokken zijn bij fase 1 zijn verschillende mineralen nodig die als co-factoren optreden. Daarnaast is vitamine D van groot belang. Vitamine D activeert het ontgiftingsysteem in de lever door het verhogen van een specifiek enzym uit dit systeem. Bij een hogere blootstelling aan zonlicht of een hogere inname van D, verloopt de afbraak van bepaalde medicijnen en toxische stoffen sneller.
De ontstane tussenproducten na afbraak uit fase 1 zijn al wat meer in water oplosbaar, maar nog niet voldoende. Deze tussenproducten zijn ook veel schadelijker dan de oorspronkelijke gifstoffen. Bij de omzetting ontstaan vrije radicalen. Deze veroorzaken weefselschade waardoor intoleranties, allergieën, gewrichtsklachten en beschadigingen aan het immuunsysteem, hormoonstelsel, zenuwstelsel en vaatstelsel kunnen ontstaan. Antioxidanten spelen een cruciale rol in het wegvangen van deze vrije radicalen om deze schade te voorkomen.
Belangrijke nutriënten in fase 1
Tekorten aan de volgende nutriënten remmen fase 1 van de leverontgifting: chlorofyl (uit groene bladgroenten en vooral chlorella), glutathion (tripeptide opgebouwd uit glutaminezuur, glycine en cysteïne), ijzer, magnesium, mangaan, zink, koper, selenium vitamine A, B1, B2, B3, B6, B11, B12, C, D en antioxidanten (fytonutriënten zoals bioflavonoïden).
Fase 2
In fase 2 worden de in fase 1 omgezette gifstoffen in water oplosbaar gemaakt en gebonden aan bepaalde stoffen (conjugatie) om ze zo uit te scheiden. De belangrijkste systemen hierbij betrokken zijn: acetylering, glutathion-conjugatie, methylering, sulfatie, glucuronidatie en glycinatie.
Ieder van deze systemen is betrokken bij het onschadelijk maken van verschillende medicijnen, het afvoeren van natuurlijke stoffen (waaronder lichaamseigen stoffen zoals histamine) en afvoeren van gifstoffen. Hoewel deze allemaal van belang zijn bij een goede werking van de lever spelen in geval van de ontgifting van de giftige stoffen uit borstimplantaten (met name zware metalen) vooral glutathion-conjugatie, methylering en sulfatie een belangrijke rol.
Belangrijke nutriënten in fase 2
Eiwitten/aminozuren (vooral zwavelhoudende aminozuren), co-factoren (zoals B-vitaminen en mineralen) en fytonutriënten zijn nodig om fase 2 goed te laten verlopen. Hieronder een schema met welke nutriënten nodig zijn bij fase 2.
Fase 3
In fase 3 worden de stoffen via gal, ontlasting en urine uitgescheiden.
S-Acetyl-L-Glutathion gebruiken?
Uit bovenstaande kan worden opgemerkt dat glutathion belangrijk is. Glutathion is een tripeptide (opgebouwd uit 3 aminozuren) met antioxidant werking die de lever helpt bij het ontgiften. Het zorgt daarnaast ook voor de opbouw van de slijmvliezen doordat het glutamine bevat. Glutamine wordt verbruikt bij ontstekingen en vooral aan de darmwand onttrokken. Glutathion komt veel voor in kiemplanten.
Er kwam via onze Facebookpagina een berichtje van een dame die van een therapeut het advies kreeg om glutathion in de vorm van S-Acetyl-L-Glutathion te nemen. Op zich kun je dit nemen, maar indien je medicijnen gebruikt, moet je hiermee oppassen, omdat dit een wisselwerking kan hebben met bepaalde medicijnen. Met name bloedverdunners en bloeddrukverlagende middelen, maar ook medicijnen die bij bepaalde auto-immuunziekten worden gebruikt. Sowieso kunnen vele supplementen (zelfs vitaminen en mineralen) een interactie hebben met medicijnen. Let hier dus altijd heel goed en op vraag advies aan een arts die hier verstand van heeft.
Mijn vader slikt zelf heel veel medicijnen en hij krijgt van mij ook verschillende supplementen. Deze neemt hij nooit tegelijk met zijn medicijnen in maar met ruim 2 uur ertussen.
Ga nooit op eigen houtje van alles door elkaar innemen, maar vraag advies en laat vooral ook je bloed onderzoeken!
Er zijn vele voedingsmiddelen die de leverwerking ondersteunen. Via Google kom je veel informatie tegen. Zoals hier.